Foto’s en verslagen

                            

    Reisverslag “Stichting Stadskanaal-Roemeniё”

                                       Oktober-november 2019

Maandagmorgen 28 oktober zijn we weer vertrokken naar Roemeniё om hulp te gaan bieden aan de Hongaars-Gereformeerde Kerk en het ziekenhuis in Medias evenals aan Henk Zijl die in Tirnaveni al enige jaren werkzaam is onder de zigeunerbevolking.

Hier is wel het e.e.a. aan vooraf gegaan, zoals het inpakken van de auto en aanhanger en niet te vergeten, de eerste inloopavond op 14 oktober in de “Lichtbron” waarbij ook Henk Zijl uit het Roemeense Tirnaveni aanwezig was om een toelichting te geven over zijn werk onder de zigeunerbevolking in Roemeniё.

Voor iedereen die onze reisverslagen leest, zal bekend zijn dat het al jaren onze wens is om de jeugd meer te betrekken bij het werk wat wij in Roemenie doen, en daarbij ook te komen tot een uitwisseling van de jeugd van Roemenië en Nederland.

Dat vinden wij met name zo belangrijk omdat Jan en ik al 27 jaar, vanaf 1992, actief zijn in Roemenie en wij niet de verwachting hebben dat wij deze werkzaamheden nog eens 27 jaar vol kunnen houden. Als wij niet, in overeenstemming met onze wens, binnen afzienbare tijd het stokje over kunnen dragen aan een volgende generatie, is het niet ondenkbaar, zodra wij hiertoe zelf niet meer in staat zijn, ook de “Stichting Stadskanaal- Roemenië” ophoudt te bestaan. Om deze werkzaamheden over te kunnen nemen is het wel noodzakelijk dat men bekend is met de plaatselijke omstandigheden en met het werk wat wij doen. Nu zijn we nog in de gelegenheid om anderen in te werken, maar als onverhoopt onze werkzaamheden zouden eindigen zou dit ook een abrupt einde betekenen van onze stichting.

Daarom is het ten diepste onze wens om ook anderen in ons werk te betrekken, die eventueel ons werk over zouden kunnen nemen, en mogelijk met een andere nieuwe kijk op het gebeuren, zelfs uit  zouden kunnen breiden.

Aanstaande zondag 3 november zal Henk Zijl ook in de kerk van Medias aanwezig zijn om na de dienst met ons en Zoltàn, de plaatselijke predikant, te overleggen wat wij kunnen doen om de wederzijdse jeugd van Nederland en Medias alsook van Tirnaveni voor elkaar te interesseren.

Zoltàn is niet helemaal een onbekende in de kanaalstreek. Enige jaren geleden was hij nog met zijn vrouw op uitnodig bij ons voor een vakantie/werkbezoek in Stadskanaal en Onstwedde waar hij ook de Chr. Geref. Kerk in Stadskanaal en Onstwedde een bezoek heeft gebracht. Tijdens een van die bezoeken werd hij in de baptistengemeente noord in de gelegenheid gesteld om een preek in het Nederlands te houden wat hem niet onverdienstelijk afging.

Nu terug naar het reisverslag.

De eerste sanitaire stop evenals het eten van de meegebrachte koffie en een broodje werd gehouden langs de A52 nabij Keulen omstreeks 08.45 uur.

We konden het nu weer volhouden tot 13.30 uur en op dat tijdstip herhaalde zich het gebeuren langs de A3 bij de plaats Wiesentheid.   Rond 17.15 kwamen we aan bij  het hotel in Deggensdorf, nabij Passau, waar we onze overnachting hadden gepland.

Het was een gezellig familiehotel, waarbij de familie samen met oma aan de grote tafel zat vlakbij de kachel. Wij namen aan de andere kant van de kachel plaats, die op het moment dat wij daar plaats namen naar ons gevoel een behaaglijke warmte verspreidde, maar na enige tijd toch een beetje te expliciet aanwezig was.

De dame die ons bediende liep op slippers en wat mij daarbij opviel was dat ze één sok aan had. Waarschijnlijk was de andere nog bij het overige wasgoed.

De bediening was niets op aan te merken en na een heerlijke maaltijd hebben we tegen tien uur onze kamer opgezocht en zijn we gaan slapen.

We hadden geen wekker gezet en werden vrijdagmorgen wakker om 06.45 uur, en na het ontbijt vertrokken we om 07.45.

Nadat we rond tien uur nog even een kleine rustpauze hadden genomen langs de A1 met zelf gezette instantkoffie (met nog steeds warm water uit Stadskanaal)en meegebrachte broodjes, kwamen we om ongeveer kwart voor één bij de Oostenrijks Hongaarse grens waar we een giftig duur Hongaars Vignet voor € 46,50 moesten aanschaffen.

Uiteindelijk kwamen we aan in Cargac waar we wilden overnachten. We werden welkom geheten door twee zeer vriendelijke receptionisten die ons inschreven voor een nacht.

Een van de dames ging ons voor naar onze kamer. Het was een nette kamer, maar toch vond ik dat het leek alsof het bed was opgemaakt door iemand die wat teveel haast had gehad. Niet echt mooi en strak opgemaakt zoals het hoort bij een soortgelijk klasse hotel.

In de toiletruimte zag ik dat het closet zegel was verbroken. Het was voor ons duidelijk, deze kamer incl. toilet was niet schoongemaakt en het bed niet naar behoren opgemaakt.

Toen we ons beklag hierover deden, werd ons gevraagd even geduld te hebben zodat ze naar een oplossing konden zoeken.

Voor ons was dat geen probleem omdat wij op dat moment eigenlijk alleen nog maar interesse hadden in de service die het hotel verder nog te bieden had, zoals het lessen van onze dorst en het stillen van de trek.

Dat laatste liet aan niets te wensen over in de gedaante van een zeer vriendelijke en aangename ober die zich Carry liet noemen. Wij gaven te kennen dat wij graag het afzakkertje na de maaltijd bij hem aan de bar wilden gebruiken. Toen wij vertelden wat ons doel en missie was in Roemenie, gaf hij te kennen dat het leven in Hongarije vaak ook veel te wensen over liet. Hij heeft werk voor twee dagen in de week en wil graag continue aan het werk, maar krijgt hiervoor niet de gelegenheid.

Zijn vrouw Agnes werkt ook in de catering op een internationale trein. Ze verwachten hun eerste kindje in juni en ze wil omstreeks die tijd graag voor hun kindje gaan zorgen. Daarom is het voor Carry eigenlijk een noodzaak om een continue baan te vinden.

Omstreeks negen uur kwam de receptioniste ons vertellen dat er een andere kamer voor ons was gereserveerd. Ze vertelde dat de eerste kamer in gebruik was genomen door een personeelslid van het hotel, en abusievelijk aan ons was aangeboden. Nadat de alternatieve kamer zowel door ons als de receptioniste grondig was geïnspecteerd werd ons de sleutel overhandigd en konden we om 21.30 uur naar bed.

Woensdagmorgen werden we om half zeven gewekt door het gebeier van de kerkklokken en na een goed ontbijt konden we om 08.20 uur weer vertrekken richting Roemenië.

Aan de Hongaars- Roemeense grens hebben we om 09.30 even een vignet gekocht voor € 12,00.

Aan de grens moest de klok een uur terug worden gedraaid zodat het nu ineens weer 08.30 uur was geworden.

We kwamen aan in Tirnaveni om 13.15 uur Roemeense tijd waar we bij Henk Zijl wat spulletjes kwamen brengen.

Omstreeks 16.50 hebben we onze reis vervolgd naar Medias, onze eindbestemming.

We hebben de auto en aanhanger gestald bij Zoltàn Varô. Dit was vroeger altijd ons gastgezin, maar wegens familie omstandigheden was het niet mogelijk daar nog onze intrek te nemen.

Zoltàn ( Ik zal hem in het vervolg Zolly noemen) woont nu alleen in het grote huis en heeft het bedrijf van zijn vader voortgezet.

Zijn dochter met haar man en kleinkinderen wonen in de buurt en kwamen ons ook nog even begroeten.

Toen zij weer waren vertrokken hebben wij Zolly uitgenodigd om met ons in het hotel het diner te gebruiken. Na nog even met elkaar te hebben nagepraat hebben we rond 22.00 onze kamer opgezocht om te gaan slapen.

De haan van de buren kraaide ons donderdagmorgen 31 oktober om 06.15 uur wakker. Het was niet erg omdat wij onze tijd toch wel nodig hadden, en omstreeks deze tijd toch wel gewekt waren door onze wekkers.

Maar toen Geertje en ik afgelopen zomer aan dezelfde kant van dit hotel sliepen met openstaande ramen, heb ik dit beest vanwege zijn geschreeuw, dikwijls een hoofdrol toegewenst op de meest nabij gelegen BBQ .

Na het ontbijt hebben we ons nuttig gemaakt om de auto en aanhanger te lossen bij het ziekenhuis en Zoltàn. Zoltàn moest om tien uur een kerkdienst leiden om het feit te gedenken dat Luther op deze dag ruim vier eeuwen geleden, vijfennegentig stellingen op de kapeldeur van Wittenberg in Duitsland had geslagen.

In het ziekenhuis was Zsuszy, een verpleegster die wij al vanaf haar pubertijd kennen, op krukken haar werkzaamheden aan het verrichten. Ze was in juni van dit jaar, tijdens haar werkzaamheden, komen te vallen en heeft hierdoor een vervelende blessure aan haar knie opgelopen. Ze heeft daardoor noodgedwongen enige tijd thuis moeten verblijven en zich daar ook laten behandelen. Omdat er geld op de plank moet komen heeft ze, ondanks haar blessure, toch moeten besluiten haar werkzaamheden weer op te pakken. Er staat haar nog een operatie te wachten, en haar chef die tevens arts is, wil haar, om kwalitatieve redenen graag in Nederland laten opereren.

Hiervoor ontbreekt het geld. Mocht er onder u iemand zijn die een bruikbare suggestie heeft, waardoor het toch mogelijk is om deze operatie hier in Nederland te verwezenlijken roep ik op om zich bij mij te melden.

Naast de goederen die wij van het Refaja ziekenhuis hadden meegekregen, mochten we ook een donatie doen om te voorzien in een zogenaamde eerste hulpstretcher, die het personeel moet behoeden voor rugklachten.

Ook hadden ze nog de wens om een “lorrie” aan te schaffen. Hiermee wordt een wagentje bedoeld om diverse benodigdheden op neer te leggen en waarmee deze spullen ook op korte afstand vervoerd kunnen worden.

Ook was de medicijnkast zichtbaar aan vervanging toe. We hadden graag al deze spullen aan willen schaffen, maar daarvoor ontbrak ons de tijd en hebben hiervoor geld achter gelaten. Dit durven wij te doen, omdat in het verleden altijd is gebleken dat dit door ons geselecteerd personeel betrouwbaar is en nakomt wat met ons is overeengekomen.

Kortom het is goed dat wij ieder jaar op kleine schaal deze afdeling een beetje kunnen helpen. Anderzijds is het natuurlijk triest dat het ziekenhuis hier niet zelf in kan voorzien.

Omdat de auto en aanhanger leeg waren hebben we de aanhanger geparkeerd bij Zolly en omdat hij toch alleen was, hem uitgenodigd bij ons in Edelweiss het diner te gebruiken. Waarschijnlijk had hij anders niet gegeten, omdat hij zichzelf daar de tijd niet voor gunt. Zijn leven bestaat uit werken, werken en nog eens werken. Hij heeft een lieve vriendin maar heeft geen tijd voor haar.

Als hij doorgaat met deze stijl van leven, zal het mij niet verbazen dat dit eens zal eindigen in een catastrofe.

Na de maaltijd hebben we om 21.00 uur onze bedden opgezocht, en na de klok bijna te hebben rondgeslapen liep de wekker vrijdagmorgen abusievelijk af om 08.00 uur. We moesten nog even langs het ziekenhuis om iets af te geven en zijn daarna doorgereden naar Henk Zijl in Tirnaveni.

Het nieuwe bijgebouw wat met medewerking van onder meer vrijwilligers uit Mussel en omgeving in 2017/2018 is gerealiseerd, is eigenlijk alweer toe aan uitbreiding. De fundering hiervoor is al gelegd op de plek waar vroeger het huisje stond van de oude buurvrouw.

De grond en het huisje waren al eerder aangekocht, maar de buurvrouw mocht in het huisje blijven wonen zolang zij leefde.

Na haar overlijden is men, zoals boven vermeld, voortvarend te werk gegaan en omdat Henk graag een ontmoetingsplaats voor ook de oudere mensen uit het dorp wil verwezenlijken, blijkt het geheel al weer te klein te zijn.

Het is vandaag 1 november (Allerheiligen) waar in Nederland in onze omgeving nagenoeg geen aandacht meer aan wordt geschonken behoudens de “Adrillenmaarkt” in Winschoten.

Hier in Medias is het een traditie om op deze dag de overleden te bezoeken en te eren.

Omdat mr. Varô, de vader van Zolly, dit jaar was overleden kwam op verzoek van de familie ook de pastoor om enige plichtplegingen te doen.

Het was erg druk op de begraafplaats en omdat ik vermoedde dat ook mijn correspondentievriendin Margitca, samen met haar man hier ook was begraven, hebben ze mij desgevraagd daar naar toegebracht.

Zij is de reden geweest dat onze hulpverlening naar Roemenië 29 jaar geleden tot stand is gekomen. Enige tijd na de terechtstelling van Ceauşescu op 25 december 1989 begon onze correspondentie wat er in resulteerde dat het eerste hulptranstransport in 1992 een feit werd. Zij was verpleegster in het ziekenhuis van Medias, waar nu haar dochter Zsuszy ook werkzaam is als verpleegster.

Toen de vrouw van Mr. Varô overleed in 2008 is zij, ( Bela, haar man was inmiddels ook overleden) bij hem ingetrokken.  Zij hebben tot aan het overlijden van Margitca in 2012 nog een goede tijd met elkaar mogen hebben.

Het was goed hier nog even aanwezig te mogen zijn om alsnog afscheid te kunnen nemen van die mensen die we zo goed hebben gekend en geliefd bij ons waren.

Omdat er op zaterdag geen kamer voor ons beschikbaar was in het hotel, moesten we onze intrek nemen bij Zoltàn. Dit was voor ons geen bezwaar, mede omdat zijn vrouw Elly bij ons te boek stond als een echte keukenprinses.

Zoals al eerder in dit verslag is vermeld zou Henk zondagmorgen vanuit Tirnaveni naar Medias komen om na de kerkdienst met ons te overleggen wat de mogelijkheden zouden zijn om de Nederlandse en Roemeense jeugd voor elkaar te interesseren.

Tijdens dit gesprek werd duidelijk dat het mogelijk beter zou zijn om niet de jeugd rechtstreeks met elkaar in contact te laten komen, maar ons te richten op gezinnen met kinderen.

De reden hiervoor is dat de jeugd de laatste tijd nagenoeg niet meer gezien wordt in de kerk.

Dit heeft zijn oorsprong in het feit dat de plaatselijke Hongaarse Politieke Partij allerlei weekend-activiteiten organiseert voor de jongeren.

Deze worden gefinancierd door de ( Hongaarse) staat, die er alles aan is gelegen om de Hongaarse cultuur levend te houden voor de jeugd in Roemenië.

Hierdoor ontstaat het probleem dat de jeugd in het weekend afwezig is, wat de verhouding tussen kerk en jeugd niet ten goede komt.

Daarom geeft het kerkbestuur er de voorkeur aan om een aantal Nederlandse gezinnen met kinderen te laten overkomen om deze in contact te laten komen met Roemeense gezinnen van deze kerk.

Door de week worden er wel allerlei activiteiten georganiseerd zoals clubs, kinderwerk tot zelfs een kinderkoor toe, maar tijdens de dienst op zondag zijn deze kinderen niet aanwezig.

Ook speelt het probleem dat de ouders er in de weekenden vaak op uit trekken, en niet naar de kerk komen. Daarom zou het goed kunnen zijn om ouders met jonge kinderen, kennis met elkaar te laten maken en door te communiceren van elkaar te leren.

Het was en is het nog steeds onze wens om de wederzijdse jeugd voor elkaar te interesseren om ons werk in de toekomst voort te kunnen zetten, maar na de uiteenzetting van Henk is het wellicht beter om ons eerst te richten op gezinnen met kinderen vanaf 6 t/m 15 jaar. Zelfstandige oudere jeugd is uiteraard ook welkom.

Omdat de voorbereiding hiertoe enige tijd zal vergen willen wij proberen in 2021 e.e.a. te realiseren.

Wellicht bestaat de mogelijkheid om in juli 2020 als Zoltàn samen met zijn vrouw in Stadskanaal zullen zijn, hierover met belangstellenden in overleg te gaan.

Maandagmorgen 4 november was het voor ons om 05.00 uur al weer dag.

Na een snel ontbijt heeft Zoltàn ons naar Zolly gebracht waar de bus en aanhanger stonden geparkeerd. Nadat we een kop koffie hadden genomen was het moment daar dat we om 06.15 uur de straat uitreden.

Na een aanvankelijk voorspoedig begin van de reis kwamen we bij de grensovergang Narlac om 11.15 in een vijftien kilometer lange file te staan, die één uur en een kwartier zou duren.

Bij Boedapest kwamen we weer in een file die ons nog eens drie kwartier van onze reistijd zou afsnoepen.

Uiteindelijk kwamen we pas om 20.55 uur aan bij het hotel in Deggensdorf waar we de overnachting hadden gepland.

Toen we ons bij de balie hadden ingeschreven en nadien gebruik wilden maken van het menu, bleek de keuken inmiddels om 21.00 uur te zijn dichtgegaan.

Bij het zien van onze wanhopige blikken werd er voor ons gelukkig een uitzondering gemaakt en mochten we ons alsnog tegoed doen aan een voortreffelijke maaltijd.

Daarna om 22.00 uur naar bed, om vervolgens de volgende morgen om 05.00 uur weer wakker te worden. We waren welkom aan het ontbijt om 06.00 uur, maar omdat we iets eerder waren mochten we toch wat vroeger aanschuiven zodat we konden vertrekken om 06.20 uur om vervolgens om 06.30 uur de Duitse Autobahn op te rijden.

Bij Geiselwind rond half tien nog even tanken waarna we nog 550 kilometer hadden te gaan.

Zonder noemenswaardig oponthoud kwamen we rond 16.00 uur aan in Stadskanaal.

Het is goed dat we deze reis weer konden en mochten maken. We hebben de mogelijkheid gehad om de relaties die we hebben opgebouwd, te bezoeken en daarmee de banden te verstevigen.

We hebben op bescheiden schaal, maar daarom niet minder belangrijk, iets mogen betekenen voor het ziekenhuis en de kerk in Medias en voor het werk wat Henk Zijl al enige jaren verricht onder de zigeuners in Tirnaveni.

Ook hebben we goede gesprekken mogen voeren die mogelijk een opmaat mag blijken te zijn om verder te kunnen bouwen aan de relaties die wij al jaren voor ogen hebben zoals in dit verslag is vermeld.

Onze dank gaat uit naar iedereen die op wat voor manier dan ook het mede mogelijk hebben gemaakt dit werk te kunnen en mogen uitvoeren.

Zonder onze particuliere sponsoren te kort te willen doen, willen we graag speciaal vermelden:

                               Bert Wever Aardappelhandel                    Valthermond

                               Boerderij Migchels                        Veenhuizen, Onstwedde

                               Bolt Bouwbedrijf                                            Stadskanaal

                               Debru  Hoogwerkers                                     Ter Apel

                               Erka Dames en Herenmode                       Stadskanaal

                               Gebroeder Wever Transport                      Valthermond

                               Greven Auto’s                                                 Stadskanaal

                               Groenewold Transport                                 Stadskanaal

                               Jaap Mulder   (Wind Transport)                Mussel

                               Mulder Juwelier                                              Mussel

                               Provoet  (mevr. Blaauwwiekel)                 Stadskanaal

                               S. Groenewold  Wabco Remsystemen   Mussel

                               Sterenborg Administratie                            Mussel

                               Vabo Bestrating                                               Stadskanaal

                               Voorintholt Groenten en Fruit                   Stadskanaal

                               WHB Betontechniek                                     Boven-Pekela

                               Wind Transport                                               Mussel

Als u ook ons werk een warm hart toedraagt en ons eenmalig of structureel financieel wilt blijven steunen kunt u uw gift(en) overmaken op  rekeningnummer:

 NL45 SNSB 0914 8813 29 t.n.v. “Stichting Stadskanaal-Roemenië”

                              Hiervoor bij voorbaat onze hartelijke dank.

                                  Verslag mede namens Jan Boekholt,

                                                              Menso Kruize

                                                               Roemenië Reisverslag 2018

Op woensdagmorgen acht uur stonden we weer gereed om een reis naar Roemenië te ondernemen. Jan Boekholt en ik doen dit soort hulptransporten al vanaf 1992. We krijgen dan ook dikwijls de vraag: ”hoe vaak zijn jullie al in Roemenië geweest?” Eigenlijk weten we dat niet precies, omdat het meerdere keren is voorgekomen dat we vaker in een jaar zijn geweest. Meestal reizen we niet alleen maar zijn er altijd één of meerdere personen die ons vergezellen tijdens de reis. Dit keer is het Jan Brouwer die tijdens deze reis onze metgezel zal zijn. Jan is predikant van beroep en zal in Roemenië ook een preek verzorgen zoals ook Zoltàn( de Roemeense predikant in Medias) enige jaren terug ook in de Christelijke Gereformeerde kerk te Onstwedde en in de Baptisten gemeente Noord te Stadskanaal met succes heeft gedaan. Om organisatorische redenen van de Christelijke Gereformeerde kerk van Stadskanaal kon het daar helaas geen doorgang vinden.

Aanvankelijk zou ook Henk Zijl met ons de heen en terugreis meemaken, maar omdat hij nog andere verplichtingen had in Nederland heeft hij daar van afgezien. Henk was in Nederland om zaken te regelen voor Laleaua en zou al weer terug in Roemenië moeten zijn, maar in verband met de gezondheidstoestand en het overlijden van zijn vader was hij nog steeds in Nederland. Om begrijpelijke redenen kon hij zich niet geheel concentreren op het werk voor Laleaua, wat tot gevolg had dat er werk was blijven liggen, wat nog gedaan moest worden in de tijd dat wij de reis naar Roemenië zouden ondernemen. Wij vonden het erg jammer dat Henk niet mee kon gaan, want op deze manier zouden wij onderweg vele zaken besproken kunnen hebben.

De eerste stop vond plaats rond half twaalf op een parkeerplaats nabij Keulen, onder het genot van een zelf gezet bakje koffie en de meegebrachte broodjes, die onze zorgzame dames aan ons hadden meegegeven. Rond half vier nabij Geiselwind hebben we een sanitaire stop gehouden, alsmede wat brandstof voor de auto bijgetankt. Het motortje gaat ondanks de vracht die het moet meetrekken behoorlijk zuinig met de brandstof om, bijna 1 liter op elf kilometer.

Rond half negen ’s avonds kwamen we aan in Iggensbach waar we een kamer hadden gereserveerd. Deze accommodatie bestaat, zoals wel meer gebeurd, uit twee gebouwen. Het een fungeert als restaurant en het andere als logiesgedeelte waar men kan slapen. We besloten eerst onze koffers naar onze kamers te brengen, om daarna te gaan eten in het restaurant. Toen we ons naar het restaurant wilden begeven, stonden er buiten bij de trapopgang drie flessen bier. Ik dacht: ‘Goh wat een leuke attentie van de ondernemer om zijn gasten op zo’n speciale manier welkom te heten’. Buiten stond nog iemand naar ons te roepen dat we niet moesten struikelen. Niet zeker wetend of deze attentie wel voor ons was bestemd, hebben we het maar laten staan op de plek waar we het hadden aangetroffen, wat achteraf een goede keuze bleek te zijn, want bij terugkomst was onze attentie verdwenen en was dus toch niet voor ons bestemd geweest.

Het uitstekende familierestaurant met een eveneens uitmuntende keuken, had een gezellige uitstraling zoals vroeger ook bij een dorpskroeg met zijn ouderwetse kneuterigheid wel het geval kon zijn. Kortom, wij voelden ons er thuis.

Na een goed verzorgd ontbijt begaven we ons donderdagmorgen rond half negen weer richting auto om onze reis te hervatten richting Hongarije. Omdat we ruim 850 kilometer achter ons hadden gelaten en nog ongeveer twaalfhonderd kilometer hebben te gaan is het nog niet duidelijk of en waar wij eventueel zullen overnachten. Na een half uurtje te hebben gereden passeerden we de Duits-Oostenrijkse grens. Rond half twaalf op een parkeerplaats nabij het plaatsje Boheimkirchen net even voor Wenen, hebben we een even een sanitaire stop genomen en een kopje koffie gezet. Rond één uur bereikten we de Oostenrijks-Hongaarse grensovergang Nickelsdorf. Hier wilden we bij het tankstation een Hongaars autobaanvignet aanschaffen. De dame aan de balie wilde hiervoor de autopapieren en de documenten behorend bij de aanhanger zien. Van de auto hadden we bij ons, maar die van aanhanger bevonden zich nog in Stadskanaal. We besloten het bij een eindje verderop gelegen grenswisselkantoor nog eens te proberen. De medewerkster van dit kantoor hoefde in het geheel geen papieren in te zien maar had aan de mondeling doorgegeven informatie voldoende.

De kosten voor een Hongaars vignet met een geldigheidsduur van tien dagen bedroegen zevenenveertig euro, wat ik niet echt goedkoop kon vinden. Na een paar tussenstops besloten we tegen de klok van vieren om een overnachtingsplaats te gaan zoeken in Hongarije. Op een gegeven moment kwamen we aan in een plaats waarvan ik mij de naam niet meer kan herinneren, waar we ook geen hotel konden vinden. Jan heeft daarop een auto aangehouden om informatie van de bestuurder te verkrijgen. Na enig overleg en telefonisch onderhoud met diverse adressen, bood de bestuurder van de auto aan om ons te begeleiden naar een overnachtingsplaats. Hij heeft ons meerdere overnachtingsmogelijkheden laten zien en eentje zelfs twee keer. Toen we uiteindelijk een voor ons geschikt adres hadden we gevonden, wilden we hem een vergoeding geven voor de tijd, de gedane moeite, telefoonkosten en de brandstofkosten voor zijn auto aanbieden, wat pertinent door hem werd geweigerd. Ik probeerde zelfs met enigszins gepast geweld hem de attentie in een van zijn kledingzakken te stoppen wat uiteindelijk niet gelukte. De eventuele voorbijgangers moeten haast wel gedacht hebben dat er een vechtpartij was ontstaan door een stel buitenlanders met hun landgenoot.

Het was een voortreffelijk hotel waar hij ons naar toe had geleid. Wel een beetje aan de dure kant vonden wij, want we moesten het dubbele betalen voor een kamer, van wat wij gewoonlijk in Hongarije gewend waren te doen.

Na een voortreffelijke maaltijd en ons persoonlijk verzorgd te hebben werd het weer tijd om te gaan slapen om de volgende morgen aan ons laatste stuk van de reis te kunnen beginnen.

Omdat we ons deze vrijdagmorgen niet ver meer van de grens met Roemenië bevonden, hadden we het plan opgevat om deze dag eens lekker rustig aan te doen en een beetje uit te gaan slapen.

Hierbij werd de wekker op half acht gezet, maar helaas, het werd ons niet gegund. Niet ver van ons geopend hotelraam bevond zich een kerkklok die om zes uur in de ochtend begon te beieren. Ik ben een redelijk vaste slaper, maar van dit gegalm lag ik stijf van de schrik in bed. Nadat ik weer was ingedommeld begon om half zeven het ritueel weer opnieuw om zich vervolgens ieder half uur te herhalen. We besloten om maar op te staan en de dag te beginnen met een douche en een ontbijtje.

Na een goed verzorgd ontbijt reden we uiteindelijk richting ons einddoel, het stadje Medias in centraal Roemenië. Om ongeveer half tien passeerden we in no time de Hongaars Roemeense grenspost waar we weer een vignet moesten aanschaffen om van de Roemeense autobaan gebruik te mogen maken. De kosten hiervoor bedroegen negen euro. Vergelijk hiermee nou eens de kosten met een Hongaars vignet van zevenenveertig euro. Voor zover dit niet automatisch gebeurde mochten we, om de Roemeense tijd te respecteren, onze uurwerken een uur vooruit worden gezet.

Rond half één Roemeense tijd hebben we even een pauze genomen om een kopje koffie te gaan drinken in een wegrestaurant. Hier kwamen we letterlijk op de koffie. Een chagrijnige dame bracht ons de koffie en bij de tweede bestelling eiste ze onmiddellijk op een onaangename manier geld van ons voordat de tweede bestelling zou worden geserveerd. Tien euro voor zes heel kleine kopjes koffie. Voor Roemeense begrippen is dit giftig duur. Je kunt er op dat moment niks tegen doen, maar mijn sympathie gaat niet uit naar dergelijke praktijken, waarbij buitenlanders worden uitgebuit door ze meer te laten betalen dan hun eigen landgenoten. Mede door dit soort gedrag bezorg je hiermee je eigen land een slechte naam.

In de namiddag kwamen we aan in Medias. We hebben de auto en aanhanger gestald bij mr. Varô.

Dit is het adres waarbij we in het verleden altijd logeerden, maar dit is vanwege de gezondheidstoestand van mr. Varô niet meer mogelijk, maar we zijn nog altijd zeer welkom.

We troffen het, want net op het moment dat wij in Roemenië vertoefden werd er de Hongaarse week georganiseerd. Dit is een week met allerlei activiteiten, georganiseerd voor en door de Hongaren die in Roemenië wonen.

Zaterdagavond zou er, naar ik had begrepen, een avond worden georganiseerd waarbij iedereen op traditioneel Hongaars bereide wijze gerechten zou meebrengen, waarbij naar oud Hongaars gebruik muziek ten gehore zou worden gebracht, waarop dan door diverse Hongaarse dansgroepen op folkloristische wijze zou worden gedanst. Ondanks dat wij geen eten bij ons zouden hebben waren wij hierbij toch van harte uitgenodigd.

Mr. Varô ging deze vrijdagavond om begrijpelijke reden vroeg naar bed en zijn zoon Zolly moest nog eten.

Daarop hebben wij hem uitgenodigd om in hotel Edelweiss, waar wij logeerden met ons het diner te gebruiken. Zolly beleeft een ellendige tijd. Zijn vrouw is in april overleden aan kanker, en zijn vader zal ook niet lang meer te leven hebben. Na de maaltijd hebben we in ons appartement nog een emotioneel gesprek met hem gehad en hebben we samen met hem en voor hem gebeden. Zolly is van origine Rooms Katholiek maar al lang niet meer praktiserend. Zijn dochter Kinga echter is wel religieus en samen met haar man wordt er bij iedere maaltijd gebeden. Toen Kinga nog een klein meisje was heeft Zolly eens tegen mij gezegd: “Kinga is een goed Christen, maar niet de vader” hierbij met een brede grijns op zichzelf wijzend. Zoals boven vermeld mochten wij met en voor hem bidden en heeft hij de toezegging gedaan, na zovele jaren geen kerk meer van binnen te hebben gezien, om zondagmorgen samen met ons de kerkdienst mee te maken.

Zaterdagmorgen zijn we naar het ziekenhuis gereden om daar om de uniformen en andere spulletjes die we van het Refaja ziekenhuis hadden meegekregen te lossen. Ook hebben we nog kunnen voorzien in twee nieuwe zit/slaapbanken voor het verplegend personeel. Verder hebben we voor hen de mogelijkheid kunnen bieden om nog andere noodzakelijke voorzieningen aan te kunnen schaffen, die niet door het ziekenhuis worden ingekocht nog worden vergoed.

Heel schrijnend is dat er op dit moment een dringende behoefte bestaat aan een tillift, maar ook de aanschaf hiervan wordt niet door het ziekenhuis gedaan, omdat hiervoor geen geld beschikbaar is.

Op dit moment wordt in dit ziekenhuis een jonge vrouw verpleegd met een halswervelbreuk. Bij haar verzorging is het absoluut noodzakelijk dat het hoofd ten opzichte van haar romp onbeweeglijk wordt gehouden. Ieder beweging van haar hoofd kan fatale gevolgen hebben. Het is voor het verplegend personeel dan ook bijzonder zwaar en frustrerend om zonder de benodigde hulpmiddelen, zoals de vermelde tillift, hun taak uit te moeten voeren.

Ik hoop van ganser harte dat hier binnenkort door ons of door anderen in kan worden voorzien.

Voor suggesties in die richting houden we ons uiteraard van harte aanbevolen.

Hierna zijn we op uitnodiging van Zoltàn naar diens huis gegaan om daar de middagmaaltijd te gebruiken. Zoltàn is de voorganger van de Hongaars Gereformeerde Kerk. We komen hier graag omdat we in hoge mate de kookkunst van zijn vrouw Eli weten te waarderen.

Ook kon er werkoverleg worden gepleegd tussen de beide voorgangers voor de aanstaande zondag, waarbij zoals vermeld Jan Brouwer de preek zal gaan houden die dan door Zoltàn zal worden vertaald.

Na de maaltijd zijn we weer naar Edelweiss gelopen waar Jan zich kon voorbereiden op de aanstaande zondag en ik mijn tijd kon besteden aan het schrijven van een concept van dit verslag.

De avond hebben we deelgenomen aan de ‘Hongaarse week’. In tegenstelling van het eerder vermelde in dit verslag, was dit eigenlijk een disco-avond, met een discjockey die gaandeweg de avond steeds meer luidruchtige en Engelstalige nummers uit zijn apparatuur wist te behalen.

Wel was er genoeg te eten en te drinken, maar niet de typisch Hongaarse gerechten. Het leek meer op de hapjes en drankjes die we bij ons in het westen ook gewoon zijn. Wel lekker en ook meer dan genoeg, maar het had niks, inclusief muziek en dans, te maken met de Hongaarse folklore waar ik mij op had verheugd. En de dansen, ja die moesten we zelf uitvoeren.

Omdat we zondag ook een beetje fit wilden zijn hebben we niet het einde van deze avond meegemaakt en zijn op een acceptabel tijdstip vertrokken naar Edelweiss.

Later hoorden we van Zolly dat deze avond tot half vijf in de morgen heeft geduurd, waarvan hij wel de afsluiting heeft meegemaakt.

Ondanks het late tijdstip waarop Zolly van de disco weer terugkeerde naar huis, was hij wel in de kerk aanwezig. De slogan waar hij altijd naar leeft en dus ook in dit geval is: “Een belofte is een belofte.” Zoals vermeld zou Jan de preek verzorgen, en waarschijnlijk heeft hij een andere stijl van preken dan Zoltàn. Want wat ik nog nooit eerder gezien heb tijdens de preken van Zoltàn, kwamen er nu bij sommigen de zakdoekjes tevoorschijn. Vergelijkingen heb ik niet voorhanden, omdat ik van de Hongaarse preken nog nooit iets heb begrepen.

Na deze dienst waren we uitgenodigd bij Zoltàn en Eli thuis om samen met vrienden van hen, een kop koffie te drinken.

Toen deze weer waren vertrokken hebben we het diner mogen genieten. Daarna hebben we een donatie mogen doen voor de diaconie van de kerk en voor een andere auto voor Zoltàn.

Zoltàn rijdt nog steeds rond in een oude Dacia met benzinemotor. Deze auto is eigendom van de kerk en mag dus gezien worden als een bedrijfswagen. Ondanks het feit dat het een benzinemotor betreft heeft het autootje al een kilometerervaring van ruim vierhonderd duizend kilometer. Eigenlijk kan dit zo niet langer doorgaan, maar geld voor een andere auto is er ook niet.

We doen wat we kunnen, maar meer als nu kunnen we ook niet en we roepen iedere lezer van dit schrijven op om te komen met een idee of donatie om dit probleem op te lossen, zodat er binnen korte tijd een goede en betrouwbare auto beschikbaar is voor het werk wat Zoltàn in zijn gemeente moet doen. Het geld dat wij hebben mogen doneren wordt voor vijf en zeventig procent aan een andere auto gespendeerd, wat ook schriftelijk is vastgelegd en waarvan wij het origineel in bezit hebben.

Hierna hebben we Jan de stad Medias laten zien en nadien zijn we teruggekeerd naar Edelweiss.

Daar aangekomen bleek de keuken gesloten en zijn we weer teruggekeerd naar de stad om daar wat te eten.

De uitbater van het restaurant vertelde desgevraagd dat het niet echt goed ging met de zaak en met die van collega-bedrijven. ‘Ik moet leven van de mensen op mijn terras’ zei hij, ‘maar ze komen niet’.

En inderdaad, we zagen weinig mensen in het centrum. Jonge mensen die het geld moeten verdienen zijn in het buitenland en de ouderen komen niet. Ik heb al vaker aangegeven; jonge mensen met hersenen die het land op moeten bouwen trekken weg, en gaan naar het buitenland en de weinig jongeren die wel een goede baan kunnen vinden blijven samen met de ouderen over.

Maandagmorgen na het ontbijt in Edelweiss zijn we bij Zoltàn kleding gaan lossen. Vandaar door naar Tirnaveni om spullen te lossen voor Henk Zijl en het zich daar bevindende ziekenhuis. Henk zelf was niet aanwezig omdat hij zich nog steeds in Nederland bevond in verband met het overlijden van zijn vader en om nog wat zaken af te kunnen wikkelen aangaande Laleaua. (Dit is de Nederlandse stichting waar Henk voor werkt in Roemenië) we hebben een leuk gesprek gehad met Marin en Linda.

Marin is de geadopteerde zoon van Henk. Hij heeft de gelegenheid gehad om op boeiende wijze veel over zichzelf en zijn verleden te vertellen. Iets waar in het verleden nooit de gelegenheid voor was omdat Henk altijd het aanspreekpunt is geweest als wij daar ter plekke waren. Linda werkt al een jaar of acht in Roemenië, wat aanvankelijk nooit de bedoeling is geweest. Ze zou maar voor een jaar gaan, maar is gegrepen door het virus dat Roemenië heet, en is dus gebleven.

Tijdens een bezoek van haar in Nederland heb ik haar eens bij ons thuis mogen ontmoeten. Op dit moment werkt ze maar een paar uur per week in de school van Henk en houdt ze zich verder bezig als leerkracht voor de oudere kinderen in een gebouw even verderop in de buurt. Het was fijn haar weer eens te ontmoeten, want meestal zien we haar niet als wij Tirnaveni aandoen.

Het was een diepe wens van mij om Carmen en haar familie nog eens te ontmoeten. Carmen was het meisje dat Geertje en ik jaren geleden financieel hebben geadopteerd, opdat zij een studie kon volgen in een andere stad, waarbij zij tijdens haar studietijd op kamers moest gaan wonen. Ze heeft tijdens haar studietijd erg haar best gedaan met het gevolg dat zij een goede baan heeft kunnen bemachtigen als juridisch medewerker bij het staatsgasbedrijf Gazprom in Medias. Als wij toen destijds niet hadden ingegrepen had het waarschijnlijk niet goed afgelopen. Want haar moeder was door haar man voor een ander aan de kant gezet, en zij moest als werkster voor zichzelf en haar beide kinderen zorgen. Ondanks de beloftes van haar vader, die een redelijk goede baan in het buitenland had, en de herhaalde verzoeken om zijn financiële verantwoording te nemen aangaande de studie van zijn dochter, ging hij hier niet op in en moest zij haar studie afbreken. Daarop hebben Geertje en ik ingegrepen en is dit de reden dat wij nog steeds een zeer warme genegenheid voor elkaar voelen.

Ik heb meerdere malen geprobeerd met haar in contact te komen hetgeen maar niet wou lukken. Uiteindelijk heeft Kinga contact met haar kunnen krijgen en kon zij met haar man en dochtertje, Zolly en zijn vriendin en Kinga met haar man bij ons aanwezig zijn in Edelweiss.

Voordat wij naar Edelweiss gingen hebben we afscheid van mr. Varô genomen die om begrijpelijke redenen niet meekon. Toen wij het huis verlieten begeleide hij ons tot aan de straat. Wat hij anders nooit deed, deed hij nu wel. Hij pakte mijn hand en hield die vast tot aan de straat. Waarschijnlijk heeft hij voorvoeld dat dit de laatste keer was dat wij elkaar hebben gezien, en nu zijn leven uitliepen…

Dinsdagmorgen rond half acht begonnen we, in het bezit van een lunchpakketje die ons was meegegeven door het vriendelijk personeel van Edelweiss, weer aan de terugreis. Zo bereikten we rond de klok van kwart voor één de Roemeens- Hongaarse grenspost waar we weer een uurtje cadeau kregen door onze uurwerken weer op de West-Europese tijd in te stellen. Om ongeveer kwart voor acht ’s avonds kwamen we aan bij het hotel in Deggensdorf waar wij hadden geboekt.

Nadat we een goede maaltijd hadden genoten hebben we onze kamers opgezocht en zijn we gaan slapen tot woensdagmorgen half zes en konden we anderhalf uur later aan de terugreis beginnen.

Ik meende me te kunnen herinneren dat wij rond half vijf weer thuis waren, waar onze dames ten huize van de familie Boekholt ons op verschillende stamppotjes hebben getrakteerd.

Het is goed dat we weer geweest zijn om, zoals u hebt kunnen lezen, iets te kunnen betekenen voor de mensen die het minder goed hebben.

Onze dank gaat uit naar iedereen die heeft bijgedragen aan de mogelijkheid om dit werk te kunnen doen.

Zonder onze particuliere sponsoren tekort te willen doen, willen we speciaal vermelden:

De diaconieën van de Chr. Geref. Kerk en Geref. Vrijgemaakt   Stadskanaal

De Diaconie van PKN                      Vlagtwedde

Erka fashion                                       Stadskanaal                       

Mulder juwelier                                    Mussel                        

Wind Transport BV                               Mussel                              

WHB Betontechniek                         Stadskanaal                    

Wever Aardappelhandel                Valthermond

Vabo bestrating                                 Stadskanaal

Boerderij Michels                                Onstwedde

Gebr. Wever Handel en Transport  Valthermond                            

Voorin’tholt Groenten en Fruit                        Stadskanaal

Bouwbedrijf Bolt                            Stadskanaal

Groenewold Transport                 Stadskanaal

Auto Greven                      Stadskanaal

Debru Hoogwerkers                 Ter Apelkanaal

Verslag mede namens Jan Boekholt en Jan Brouwer

Menso Kruize